Zyprexa Velotab Orodisp Tablet 10mg 28 st
Olanzapine behoort tot de atypische antipsychotica. Het remt in de hersenen de effecten van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk van dopamine. Hierdoor verminderen psychosen en onrust.Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, tics, posttraumatische stressstoornis en ernstige misselijkheid.
Verpakking: 28 St
EAN: 4262432570315
Eurocept International BV
1-2 werkdagen
Verpakking: 28 St
Bestelaantal:
28 st
Prijs:
45,30Olanzapine behoort tot de atypische antipsychotica. Het remt in de hersenen de effecten van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk van dopamine. Hierdoor verminderen psychosen en onrust.Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, tics, posttraumatische stressstoornis en ernstige misselijkheid.
EAN: 4262432570315
Eurocept International BV
Medicijn-informatie
Zyprexa
"olanzapine" als werkzame stof
Introductie Zyprexa
Olanzapine behoort tot de atypische antipsychotica. Het remt in de hersenen de effecten van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk van dopamine. Hierdoor verminderen psychosen en onrust.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, tics, posttraumatische stressstoornis en ernstige misselijkheid.
Handelsinformatie
Olanzapine is sinds 1996 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten, smelttabletten en injecties onder de merknamen Zypadhera en Zyprexa en als het merkloze Olanzapine.
Hoe moet ik Zyprexa gebruiken?
Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.
Hoe?
- Gewone tabletten: innemen met een half glas water of met een andere drank.
- Smelttabletten ('Velotab'): in de mond laten smelten en dan doorslikken. Eventueel kunt u het smelttablet ook eerst in een glas water of een andere drank (bijvoorbeeld melk, koffie, appelsap of sinaasappelsap) uiteen laten vallen en dan opdrinken.
- Injecties: deze zal de arts of verpleegkundige in een bilspier toedienen. Meestal is dat 1 keer per 2 weken of 1 keer per 4 weken.
Hoe lang?
Schizofrenie
Is de psychotische periode voorbij, dan zult u dit medicijn meestal nog lange tijd moeten gebruiken. Anders is de kans op om een nieuwe psychose (terugval) te groot. De arts zal de dosering in die periode meestal wel verlagen.
- Als u voor het eerst een psychose heeft gehad, dan moet u dit medicijn meestal nog tot 1 of 2 jaar na uw herstel gebruiken, voor u kunt proberen te stoppen. Alleen in uitzonderlijke gevallen, als u erg snel bent hersteld, kan worden geprobeerd een half jaar na herstel te stoppen. Dit moet dan wel onder goede begeleiding en de kans op terugval is dan nog steeds groter.
- Heeft u al eerder een psychose gehad, dan moet u meestal de rest van uw leven een antipsychoticum blijven gebruiken.
Manie
Als de ergste onrustige verschijnselen zijn verdwenen, kan de arts adviseren het gebruik van olanzapine langzaam af te bouwen. Lithium of valproïnezuur moet u dan meestal nog wel blijven gebruiken. Soms adviseert de arts door te gaan met olanzapine, om een nieuwe manie te voorkomen.
Onrust
Olanzapine wordt meestal gedurende meerdere jaren gebruikt door mensen met ernstige onrust, agressiviteit of angst, zoals mensen met dementie, verstandelijk gehandicapten en mensen met autisme. De dosering wordt meestal wel verlaagd als de verschijnselen afnemen.
Tics
Als het medicijn goed werkt, moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
Posttraumatische stressstoornis
Als het medicijn goed werkt, moet u het meestal langere tijd blijven gebruiken.
Ernstige misselijkheid
Zolang u hier last van heeft.
Op welke bijwerkingen moet ik letten?
Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.
Regelmatig
- Gewichtstoename, door een toename van de eetlust en een veranderde stofwisseling. Omdat de gewichtstoename onder andere komt door een toename van de eetlust, is het belangrijk minder te eten dan u zou lusten. Dat is voor veel mensen erg moeilijk. Raadpleeg daarom uw arts of een diëtist als u inderdaad aankomt. Zij kunnen u helpen hiermee om te gaan.
- Droge mond, keelpijn, verstopte neus en slikklachten. Als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Deze klachten gaan meestal over als u gewend bent geraakt aan dit medicijn.
- Droge ogen en wazig zien, doordat u minder traanvocht aanmaakt. Vooral mensen met contactlenzen hebben hier snel last van. Het gaat meestal over als u gewend bent geraakt aan dit medicijn. Neem contact op met uw arts als de klachten blijven of als u veel last heeft van oogirritatie. Mogelijk is een ander antipsychoticum geschikter. Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere mond en ogen droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen.
- Verstopping (obstipatie). Eet vezelrijke voeding en drink veel. Het gaat meestal over als u gewend bent geraakt aan dit medicijn.
- Plasproblemen, door minder controle over de spieren van de blaas. Daardoor kunt u last krijgen van ongewild urineverlies, maar ook moeite krijgen met plassen of om de blaas helemaal leeg te maken. Deze klachten verergeren bij een vergrote prostaat. Door achterblijven van urine in de blaas heeft u ook meer kans op blaasontsteking. Neem contact op met uw arts als u als u problemen krijgt met plassen. De klachten gaan meestal over als u gewend bent geraakt aan dit medicijn.
Soms
- Sufheid, slaperigheid, moeite om de ogen scherp te stellen, nachtblindheid en vermindering van het reactie-, concentratie- en coördinatievermogen. Voorkom ongelukken in het verkeer, maar ook bij andere activiteiten thuis en op het werk, bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert. Ook als u 's nachts uit bed moet om naar het toilet te gaan, kunt u minder controle over uw spieren hebben en daardoor sneller vallen.
- Afvlakking van het gevoelsleven, verlies van initiatief en activiteit, gevoel opgesloten te zitten en een gevoel van leegte.
- Bewegingsstoornissen, zoals rusteloosheid (akathisie), plotselinge spiertrekkingen in hoofd, mond of gezicht (dystonie) en spierstijfheid (parkinsonisme). Akathisie kan zich ook uiten in niet stil kunnen zitten, wiebelen met voet of hand, onrustgevoelens. En parkinsonisme in trillen, moeite met bewegen, lopen of spreken. Door deze bijwerkingen kunt u ook spier- of gewrichtspijn krijgen.
Sommige bewegingsstoornissen beginnen binnen enkele dagen na de eerste dosis of na een dosisverhoging. Het kan ook na langdurig gebruik ontstaan, of pas na stoppen. Soms verdwijnt het binnen een paar dagen.
Overleg met uw arts als u bewegingsstoornissen merkt. Soms kan uw arts de dosering verlagen of u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt. Ook zijn medicijnen mogelijk die de bewegingsstoornissen tegengaan.
Zelden ontstaan 'late bewegingsstoornissen' (tardieve dyskinesie). U merkt ze in eerste instantie aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht.Of aan buig- en strekbewegingen van vingers en tenen, dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken. Als deze bijwerkingen ontstaan is dat meestal na langdurig gebruik (meerdere maanden). Soms komen ze pas aan het licht als u met dit medicijn bent gestopt. Na stoppen nemen de verschijnselen na verloop van tijd af, maar bij een deel van de mensen gaat deze bijwerking niet meer helemaal over.
Raadpleeg uw arts als u lijdt aan de ziekte van Parkinson of als u al een bewegingsstoornis heeft. De verschijnselen kunnen door dit medicijn verergeren. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven. - Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen en moeilijker een erectie krijgen. Deze bijwerking kan ook optreden bij verhoging van de dosering.
- Duizeligheid of zwart voor de ogen, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op het medicijn. Dit is meestal binnen enkele dagen tot weken. Mensen met hartfalen kunnen hier meer last van hebben. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden, bespreek dit dan met uw arts. Mogelijk kunt u het medicijn 's avonds innemen, dan heeft u overdag minder last van duizeligheid.
Zelden
- Hartkloppingen, onregelmatige hartslag of langzamere hartslag. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Dit is vooral van belang voor mensen met hartfalen, u kunt meer last krijgen van uw aandoening. Raadpleeg uw arts als u last heeft van hartkloppingen.
- Een verhoogde risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
- Vocht vasthouden (oedeem), vooral in handen en voeten.
- Vermoeidheid en slapte.
- Teveel glucose (suiker) in het bloed. Raadpleeg uw arts als u ongewoon veel dorst heeft en veel moet plassen. Als u diabetes heeft, is het belangrijk vaker uw bloedglucose te controleren, omdat dit medicijn de hoeveelheid glucose in het bloed kan verhogen.
- Teveel cholesterol en andere vetten in het bloed. Deze kunnen zich ophopen in de bloedvaten, waardoor trombose kan ontstaan (zie bij zeer zelden). Uw arts zal jaarlijks uw cholesterol en/of vetgehalte controleren. Als u al een te hoog cholesterol en/of vetgehalte in uw bloed heeft, zal uw arts u daar extra op controleren.
- Huiduitslag en jeuk. Dit kan komen door overgevoeligheid voor olanzapine, maar dat hoeft niet.
Zeer zelden
- Bij vrouwen onregelmatige menstruatie of wegblijven van de menstruatie. Pijnlijke borsten of melkafscheiding uit de borsten. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Als het optreedt, is dat meestal aan het begin van het gebruik of na een verhoging van de dosering.
- Maligne neurolepticasyndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, zeer stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten. Neem bij deze verschijnselen onmiddellijk contact op met uw arts. Als het optreedt, is dat meestal tijdens de eerste 2 weken van het gebruik of binnen 2 weken na een verhoging van de dosering.
- Bloedafwijking, namelijk een tekort aan witte bloedlichaampjes. De kans hierop is het grootst in de eerste 6 maanden van de behandeling. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren op eventuele afwijkingen. Als u ineens onverklaarbare koorts of keelpijn krijgt, moet u direct contact opnemen met uw arts.
- Bloedstolsels in de bloedbaan (trombose). Dit vergroot de kans op vaataandoeningen, zoals een trombosebeen of beroerte. De verschijnselen van trombose kunnen zijn pijnlijke zwelling van het been of plotselinge kortademigheid. Neem bij deze verschijnselen meteen contact op met uw arts. Mensen die al eerder trombose hebben gehad of die medicijnen gebruiken tegen trombose hebben hier meer kans op.
- Bij mensen met epilepsie kan een aanval worden uitgelokt. Overleg met uw arts of u dit medicijn kunt gebruiken.
- Overgevoeligheid voor olanzapine. U kunt dan huiduitslag, galbulten of jeuk krijgen. Dit kan ook ontstaan onder invloed van zonlicht of UV-licht van de zonnebank. In zeer zeldzame gevallen kan 'angio-oedeem' optreden: een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts en huiduitslag. In deze gevallen moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. Stop bij allergische reacties meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor olanzapine. Het apotheekteam kan er op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen, of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.
Er bestaan veel verschillende soorten antipsychotica. Deze hebben wel dezelfde werking, maar verschillende bijwerkingpatronen. Mogelijk is een ander antipsychoticum voor u geschikter.
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Heeft Zyprexa wisselwerkingen met andere medicijnen?
Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.
De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.
- Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
- Carbamazepine, een medicijn tegen epilepsie. De hoeveelheid olanzapine in het bloed kan dalen door carbamazepine. Hierdoor werkt olanzapine minder goed. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal de hoeveelheid olanzapine in uw bloed controleren. Uw arts verhoogt mogelijk de dosering van olanzapine.
- Veel medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en olanzapine verminderen elkaars werking. Overleg met uw arts of u beide medicijnen kunt gebruiken. Mogelijk kan de arts de dosering van een van beide medicijnen verlagen of een ander antipsychoticum kiezen dat deze wisselwerking minder heeft.
Als u wel beide medicijnen gaat gebruiken: raadpleeg uw arts als u (weer) last krijgt van wanen en hallucinaties of als de verschijnselen van de ziekte van Parkinson verergeren. - Fluvoxamine, een medicijn tegen depressie. De hoeveelheid olanzapine in het bloed kan stijgen. Hierdoor kunt u meer last krijgen van bijwerkingen, zoals slaperigheid en bewegingsstoornissen. Overleg hierover met uw arts.
- Ciprofloxacine, een antibioticum. De hoeveelheid olanzapine in het bloed kan stijgen. Hierdoor kunt u meer last krijgen van bijwerkingen, zoals slaperigheid en bewegingsstoornissen. Overleg hierover met uw arts.
- Rifampicine, een medicijn tegen tuberculose. Rifampicine kan dan de hoeveelheid van olanzapine in het bloed verlagen. Overleg hierover met uw arts. Uw arts controleert de hoeveelheid van olanzapine in het bloed. Uw arts verhoogt mogelijk de dosering van olanzapine.
- Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.
Als ik Zyprexa gebruik, mag ik dan...
autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals sufheid, slaperigheid, duizeligheid en wazig zien. U mag de eerste paar dagen dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto als de dosering omhoog gaat. Pas nadat u gedurende een paar dagen dezelfde dosering gebruikt, mag u weer autorijden.
Na een paar dagen zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.
Let op: ook psychoses, schizofrenie of manie kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.
Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.
alcohol drinken?
Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u hier niets meer van merkt omdat u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.
roken?
Roken versnelt de afbraak van dit medicijn. Als u stopt met roken, kan de hoeveelheid van dit medicijn in het bloed toenemen. Hierdoor kan het sterker werken of bijwerkingen geven. Overleg met uw arts voordat u gaat stoppen met roken. Het kan nodig zijn dat uw arts de dosering dan verlaagt.
Overleg ook met uw arts als u lange tijd niet heeft gerookt en (weer) bent begonnen. Dan is het misschien nodig dat uw arts de dosering van dit medicijn juist verhoogt.
alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.
Mag ik Zyprexa gebruiken als ik zwanger ben of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Wel is bekend dat er problemen kunnen ontstaan als u dit medicijn gebruikt in de laatste periode van de zwangerschap. Het kind kan dan na de geboorte last hebben van bewegingsstoornissen en ontwenningsverschijnselen. Dit is bijvoorbeeld te merken aan slecht drinken en veel huilen. Mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het medicijn komt in de moedermelk. Hierdoor kan het bijwerkingen geven bij het kind. Dit merkt u doordat uw baby suf wordt en minder goed drinkt. Als uw arts vindt dat u borstvoeding kunt geven: let dan goed op deze verschijnselen. Als deze verschijnselen optreden, neem dan contact op met uw arts.
Wat moet ik doen als ik een dosis vergeten ben?
Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn
U gebruikt dit medicijn 1 keer per dag: duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 8 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
Kan ik zomaar stoppen met Zyprexa?
- Stop niet zomaar met dit medicijn: veel mensen krijgen na stoppen met een antipsychoticum opnieuw een psychose. Het is daarom van belang vooraf goed met uw arts te overleggen. Bij sommige psychoses is de kans op een nieuwe psychose niet zo groot, bij andere wel.
- Als u gaat stoppen, bouw dan langzaam af over een periode van meerdere weken tot maanden. Als u geleidelijk afbouwt heeft u minder kans op meteen een nieuwe psychose. Bovendien voorkomt u daarmee ontwenningsverschijnselen, zoals zweten, misselijkheid, gebrek aan eetlust, diarree, angst, slapeloosheid, onrust, loopneus, spierpijn en vreemde gevoelswaarnemingen, zoals kriebels. Zorg er ook voor dat u de voortekenen voor een nieuwe psychose kunt herkennen, zodat u onmiddellijk aan de bel kunt trekken als het toch mis dreigt te gaan.
- De ontwenningsverschijnselen treden vaak pas 1 tot 4 dagen na plotseling stoppen op en zijn na 2 weken meestal over. Niet iedereen heeft even veel last van ontwennings-verschijnselen. Kijk daarom hoe u reageert als u de dosering iets vermindert.
- Ook nadat u bent gestopt kunnen de 'late bewegingsstoornissen' aan het licht komen of verergeren. U krijgt dan last van zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong, grimassen en tics van het gezicht, buig- en strekbewegingen van vingers en tenen, dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken. Deze verschijnselen nemen in de loop van de maanden af en zijn na een aantal jaar meestal verdwenen.
Disclaimer
Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. De officieel geregistreerde gegevens van dit medicijn bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen vindt u op: www.cbg-meb.nl . Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.
Adviezen
- pas op met alcohol
- kan het reactievermogen verminderen
- op de tong laten smelten, wegslikken
Werkzame stof
- olanzapine
Hulpstoffen
- gelatine
- mannitol
- aspartaam
- methylparahydroxybenzoaat natrium
- propylparahydroxybenzoaat natrium
Vergoeding
- wordt vergoed via zorgverzekering indien op recept
- preferentiebeleid niet van toepassing
Vragen?
Wilt u meer weten? Stel uw vraag via het contactformulier. Binnen 1 tot 2 werkdagen ontvangt u van ons een antwoord.
Ervaar de voordelen:
- Niet meer wachten of terug hoeven komen in de apotheek.
- Ruime beschikbaarheid van uw medicijnen*.
- Gratis bezorging van uw medicatie.
- Geplande 3-maandelijkse levering.
- Bestelherinnering per e-mail als de medicatie bijna op is.
- Medicijnbewaking, ook over uw drogisterij-aankopen.